Duizeligheid

Duizeligheid komt veel voor. Ongeveer 1 op de 20 mensen heeft duizeligheidsklachten. Duizeligheidsklachten nemen toe bij het ouder worden. Ongeveer 1 op de 8 patiënten boven de 65 jaar bezoekt de huisarts in verband met duizeligheid.

Duizeligheid kan veel verschillende oorzaken hebben:

  • Ziekten van het evenwichtsorgaan als een BPPD of een ontsteking van het evenwichtsorgaan of van de evenwichtszenuw.
  • Verkeerd ademen (Disfunctioneel Ademen zoals hyperventilatie)
  • Angstklachten
  • Bijwerkingen van medicatie
  • Hartklachten
  • Lage bloeddruk

We zullen hieronder alleen de ziekten van het evenwichtsorgaan bespreken en hoe dit door de orofaciaal fysiotherapeut onderzocht en behandelt kan worden.

Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid (BPPD)

De meeste bekende en de meeste voorkomende vorm van duizeligheid is de zogenaamde BPPD. Deze afkorting staat voor Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid. Dit betekent dat de duizeligheid goedaardig/ongevaarlijk (Benigne) is en in aanvallen optreedt (Paroxysmaal). De aanvallen van duizeligheid treden op bij een houdingsverandering (Positie). Ongeveer 1 op de 63 mensen heeft het afgelopen jaar een BPPD gehad.

Kenmerken

BPPD ontstaat vaak bij het gaan liggen of omdraaien in bed. Het kan ook ontstaan als je omhoog of omlaag kijkt of snel bewegen met het hoofd. Er ontstaan een hevige duizeligheid (de wereld draait) die vanzelf weg gaan als je stil blijft liggen. De duizeligheid duurt ongeveer 1 à 2 minuten. De duizeligheid kan weer terugkomen als je weer in beweging komt. Doorgaans ben je een aantal dagen erg duizelig (soms ook misselijk of met overgeven), maar daarna zakt de hevigheid van de duizeligheid af. In totaal kan het zo’n 2 à 4 weken duren, waarbij de aanvallen geleidelijk aan minder heftig en vaak voorkomen.

Waardoor kan de BPPD ontstaan?

Ons evenwichtsorgaan zit in het bot achter het oor. We hebben er twee, één links en één rechts. Het bestaat uit een holte en 3 buisjes. In deze holte en de buisjes zit vloeistof wat beweegt als je van positie verandert (hoofd draaien, gaan liggen). In de buisjes zit een vlies wat de buisjes aan één kant afsluit. Als dat vliesje beweegt, stuurt dit een signaal naar de hersenen waardoor je merkt dat je beweegt. In de holte zit een bundeltje met haartjes waarop kristalletje geplakt zijn.

Als deze kristalletjes loslaten en vrij in de vloeistof gaan rond dwarrelen (ook wel gruis genoemd), ontstaat er duizeligheid. Doordat de kristalletjes in de buisjes komen, beweegt het vliesje sterker. Hierdoor denken de hersenen dat er bewogen wordt. In het evenwichtsorgaan aan de andere kant, beweegt het vliesje minder sterk. Er komen dus verschillende signalen vanuit de evenwichtsorganen wat de hersenen niet goed kunnen verwerken. Hierdoor wordt je duizelig.

Hoe het kan dat de kristalletjes loslaten is niet goed bekend. Vaak is er geen duidelijke oorzaak hiervoor. Soms heeft iemand zijn hoofd hard gestoten of is gevallen (ongeluk), maar vaak is er geen duidelijke oorzaak te vinden.

Voor meer informatie stuurt deze link je naar een uitleg van collega fysiotherapeuten.

Wat kan de orofaciaal fysiotherapeut voor je doen?

De orofaciaal fysiotherapeut begint met het luisteren naar het verhaal om duidelijk te krijgen of er sprake kan zijn van BPPD. Daarna kan hij hierop gericht onderzoek uitvoeren. Het onderzoeken van een BPPD doen we door de patiënt met het hoofd achterover te laten liggen (vanuit een zittende positie). Hierdoor dwarrelt het gruis naar het vliesje en de patiënt wordt duizelig. De therapeut kan soms zien dat de ogen op een bepaalde manier bewegen. Deze manier van bewegen wordt een nystagmus genoemd. Als het onderzoek positief uitvalt, dan kan er een behandeling plaats vinden. Soms zit het klontje gruis in één van de andere kanaaltjes waardoor je met een andere beweging de duizeligheid kunt opwekken.

De behandeling

Door nu het gruis te verplaatsen naar de grote holte waar de kanaaltjes aan vastzitten, kan het geen grote vloeistofbeweging meer veroorzaken in het kanaaltje. We verplaatsen het gruis door de patiënt op een bepaalde manier te laten draaien met het hoofd en het lichaam. Hiermee zorg je ervoor dat het gruis uit het kanaaltje kan rollen en is de duizeligheid snel opgelost.

 

Andere oorzaken van duizeligheid

Ontsteking van het evenwichtsorgaan of de evenwichtszenuw

Naast de BPPD kunnen er ook andere oorzaken zijn van duizeligheid. Zo kan het evenwichtsorgaan ontstoken raken. In dat geval functioneert de sensor om bewegingen te voelen niet meer goed. De informatie die dit evenwichtsorgaan geeft, klopt niet meer met de informatie vanuit de andere zijde. De hersenen kunnen dit niet goed verwerken en er ontstaat duizeligheid. Een ontsteking van het evenwichtsorgaan noemen we een labyrinthitis. Dit komt minder vaak voor dan een BPPD. Via deze link kunt u meer informatie hierover vinden.

Verder kan de zenuw, die van het evenwichtsorgaan naar de hersenen loopt, ontstoken of beschadigd raken. De sensor doet het nog, maar de kabel waardoor deze informatie loopt niet meer. Het signaal van het evenwichtsorgaan wordt verstoord doorgegeven naar de hersenen. Ook dan klopt de informatie van de twee evenwichtsorganen niet en kunnen de hersenen dit niet goed verwerken. Dit noemt men een Neuritis Vestibularis. Via deze link kunt u meer informatie hierover vinden.

Deze twee vormen van duizeligheid lijken deels op een BPPD, maar nu ben je vrijwel continu duizelig. Het liefst wil je stil blijven liggen, bent misselijk en je moet overgeven. Je voelt je erg ziek. De duizeligheid neemt flink toe bij bewegen.

Wat kan de orofaciaal fysiotherapeut voor je doen?

Als er sprake is van een ontsteking van het evenwichtsorgaan of de evenwichtszenuw, dan kan de orofaciaal fysiotherapeut in eerste instantie niks doen. De ontsteking moet aangepakt worden bijvoorbeeld met medicijnen. Meestal verbeteren deze klachten na 1 à 2 weken. Er zijn dan vaak nog wel restklachten van duizeligheid. Zo kan het bewegen met het hoofd of de ogen duizeligheid opleveren. Ook kan er duizeligheid ontstaan in drukke omgevingen met veel (bewegende) mensen of geluid. Het evenwichtssysteem is nog uit balans. Hier kan de fysiotherapeut wel mee helpen.

De behandeling

Als het evenwichtssysteem uit balans is, dan raakt het snel overprikkeld. De hersenen moeten hiermee opnieuw leren omgaan. Of er sprake is van problemen van het evenwichtsorgaan, kan de orofaciaal fysiotherapeut onderzoeken en behandelen. De behandeling bestaat uit training van het evenwichtssysteem. Dit kan door oefeningen te geven voor de stabiliteit van het beeld, maar ook door balansoefeningen. Ook speelt advies hoe het beste om te gaan is met de resterende klachten een belangrijke rol.

fysiotherapie FysioDynamiek Arnhem praktijkruimte